Mediawijsheid
3.1.1) Informatievaardigheden
Zoekmachines, databases, digitaal (leer-)materiaal ontsluiten
De website franciscafouchier.nl is met de statische site generator Hugo ontwikkeld. Op dit moment een redelijk onbekend systeem. Met Google Search Console heb ik de website zo zoekmachinevriendelijk mogelijk gemaakt. Er is hier zeer veel informatie overzichtelijk verzameld. Een duidelijk bewijs van mijn manier van werken.
De website veilig internetten.nl gebruik ik in de eerste maand van het 1e studiejaar bij het coachingsuur om met mijn studenten te discussiëren over veilig internet, veilig mobiel gedrag en sociaal geaccepteerd online gedrag.
3.1.2) Betrouwbare media
Niet alle websites zijn betrouwbaar maar er is hulp
Onze studenten moeten leren om content te zoeken en geschikte content te gebruiken. De website Webdetective is hierbij nuttig om te testen of de site die bezocht wordt betrouwbaar is. Het is belangrijk dat studenten HTML5 op een juiste manier gebruiken. De website HTML5 test toont welke HTML5-elementen door de gebruikte browser worden ondersteunt. Door tijdens het ontwikkelproces gebruik te maken van HTML5 validator lopen mijn studenten tegen minder fouten aan.
Sinds de dag dat ik in de ICT werk lees ik veel boeken over mijn vak en lees ik vaktijdschriften. Sinds de intrede van het internet houd ik verschillende vak gerelateerde websites bij. Eén van de websites die ik geregeld bezoek is ICT/Magazin. ICT/Magazine is een redelijk (online) tijdschrift. Artikelen zijn lekker leesbaar, toegankelijk. De informatie is wellicht niet altijd even betrouwbaar. Er zullen niet alleen advertenties en journalistieke artikelen in staan maar ook advertorials. Aangezien mijn levensgezel in het verleden voor ICT/Magazine advertorials heeft geschreven weet ik hier wel door heen te prikken. ICT/Magazine heeft een goede naam en let erop dat het geen onzin publiceert.
3.1.3) Geen plagiaat
Plagiaat is niet nodig
Binnen de ICT moet je informatie kunnen opzoeken en met eigen woorden de informatie toegankelijk kunnen maken. In het eerste studiejaar moeten daarom onze studenten verschillende onderzoeken doen naar bijvoorbeeld specifieke frameworks. Goed taalgebruik, goed communiceren is een belangrijk item binnen de opleiding. We starten in het eerste jaar met ruim 120 studenten. Al de onderzoeken moeten goed bekeken worden en goed gelezen. Ik check op plagiaat door stukken tekst uit een onderzoek te kopiëren en deze stukken tekst met Google-zoeken te checken op authenticiteit. In het verleden gebruikte ik Ephorus om te checken op plagiaat. Echter vind ik de tool nu te duur.
3.2.1) Kennismanagement
Informatie organiseren is eenvoudig
Met behulp van ScoopIt publiceer ik artikelen op mijn Twitter-account en mijn LinkedIn-account. Dit zijn geen artikelen die ik zelf heb geschreven maar artikelen geschreven door anderen waar ik een lijntje naar leg. In de toekomst wil ik weer meer zelf publiceren. Het is belangrijk dat ik aan mijn ‘branding’ blijf werken. Als publicist moet je actief blijven en ScoopIt zorgt voor interessante artikelen waarmee ik meer en meer de discussie wil openen.
Zoals eerder al gemeld heb ik een SharePoint-account, een Dropbox-account en een Google Docs-account. De functie van deze accounts is het delen van bestanden en kennis. Via de mappen en online-omgevingen deel ik materiaal met collega’s en leerlingen in Groningen en Hardenberg. Afhankelijk van de benodigde functionaliteit kies ik voor het ene of het andere medium. Opslagmedia zoals Google Drive, SharePoint en Dropbox worden niet gebruikt voor branding. Het is de bedoeling van het Alfa-college dat we in de toekomst de Google Drive-accounts en Dropbox-accounts niet meer nodig hebben. In de toekomst zal er alleen met de beveiligde SharePoint-omgeving worden gewerkt.
3.3.1) Mediawijsheid
De docent toont aan dat hij creatief, kritisch en bewust kan omgaan met actuele media
Met leerlingen, ouders en collega’s houd ik via WhatsApp contact. Studenten kunnen via het leerlingvolgsysteem (Eduarte) speciale meldingen bijhouden en teruglezen. In Eduarte wordt bijvoorbeeld het verzuimgedrag genoteerd van studenten en ook worden hier de cijfers van studenten bijgehouden. Maar ook worden via Eduarte bijvoorbeeld de gegevens van de leerling bewaard, er worden speciale aantekeningen bewaard en er worden specifieke contracten bewaard met betrekking tot een studenten.
Moodle wordt gebruikt om de lesplanningen en het lesmateriaal met studenten te delen.
School gebruikt Twitter en Facebook om bijzondere meldingen te doen. Denk aan speciale meldingen bij slecht weer wanneer de school de deuren sluit en er dus lesuitval zal zijn.
Mijn YouTube-kanaal gebruik ik om korte instructievideo’s op te publiceren.
3.3.2) Invloed
De digitale wereld heeft invloed
“Iemands persoonlijkheid is een unieke combinatie van aangeboren en aangeleerde eigenschappen en onze waarneming en interpretatie daarvan. Identiteit wordt grotendeels bepaald door onze relatie met anderen. Heel simpel gezegd is persoonlijkheid wie we van binnen zijn en identiteit wie we van buiten zijn.” Deze quote komt hier vandaan: psychologiemagazine.
Verwachtingen die je hebt van studenten hangen vaak samen met de identiteit van die studenten. Mensen (dus ook jij en ik) hangen samen met aannames op basis van milieu of op basis van een sociale of etnische groep (Geerts & Kralingen, 2016, blz 354).
Tijdens mijn coachingslessen heb ik aandacht voor het persoonlijke en zeker ook het online welzijn van studenten. Ik discussieer met de studenten over opvattingen en (online) gedrag. Discusies vinden in een veilige groepsomgeving plaats. Het is belangrijk dat studenten weten dat ze er mogen zijn, dat ze veilig zijn in de klas ongeacht geloof, achtergrond of etniciteit. We praten over politiek, over milieu, over geld, over werken, studeren, beroepshouding, uiterlijk, perspectief, enz. Door de jongelui geregeld na te laten denken over zichzelf en over de ander, verwacht ik dat ze zich beter kunnen handhaven in het huidige leven en dus ook in hun toekomstige werkveld (C2.k.3).
Neem je privacy in eigen handen!
Amazing mind reader reveals his ‘gift’
3.3.3) Betrouwbaar materiaal
Passende leerbronnen van onze studenten
Geregeld lees ik artikelen op de website Leraar24.nl. Informatie die ook betrekking heeft op mijn onderwijssituatie neem ik mee de klas in of neem ik mee naar de koffietafel waar ik met collega’s over het een ander spreek. Zoals het artikel Informatiebeveiliging en privacy op school. Het is belangrijk dat mijn collega’s en ik samen over de privacy van studenten spreek. In het artikel vind je duidelijke richtlijnen.
Het artikel Maak theorie uitdagender heeft mij ook aan het denken gezet. Hoe krijg ik de lessen voor de eerste jaars applicatieontwikkeling ‘echter’? Een vraag die ik niet een-twee-drie kan beantwoorden. Maar het is wel mogelijk om stapje voor stapje onderwijs te veranderen. Zeker met de positie die ik heb binnen de opleiding applicatieontwikkeling. Ik heb veel contact met het bedrijfsleven en krijg meer en meer opdrachten vanuit deze contacten om leerlingen mee aan het werk te zetten.
3.3.4) Bewust internetgebruik
Meerwaarde en risico’s internetgebruik
Zoals bij punt 3.3.2 al geschreven heb ik tijdens de coachingslessen aandacht voor het persoonlijke (online) welzijn van de studenten. Ik discussieer met de studenten over hun (online) gedrag. Het volgende filmpje helpt mij bij deze discussie.
Op dit festival ben je online, maar dan in het echt | NOS op 3
Naast waarschuwingen over het persoonlijke gedrag en het digitale bewustzijn stimuleren leer ik mijn studenten ook hoe ze met gerichte (Engelstalige) zoekvragen informatie kunnen vinden op digitale vraagstukken.
3.3.5) Online pesten
Online pestgedrag en protocollen
In de studiegids van de Boumaboulevard op bladzijde 17 staan richtlijnen voor online gedrag. Op bladzijde 19 van de studiegids staat het volgende over Sociale veiligheid: Het Alfa-college wil voor iedereen een veilige school zijn, zonder ongewenst gedrag zoals discriminerende opmerkingen, ongewenste aanrakingen, (digi)pesten, intimidatie, agressie of bedreigingen. We nemen klachten serieus en we proberen ze op te lossen. Zeg het vooral als er iets is, want zwijgen lost niets op! (C7.v.2)
Mocht ik merken dat er (online) gepest wordt in mijn klas dan ga ik in gesprek met de pester(s) en de gepeste student maar ook met de ouders van beide partijen. Zeker wanneer een student nog minderjarig is, dan is het wezenlijk dat ouders betrokken worden in het gebeuren op school. Ouderbetrokkenheid komt onafhankelijk van de leeftijd van een student ten goede van de klas (Teitler, 2015, p370).
In de afgelopen 3 jaren heb ik nu een paar keer meegemaakt dat er werkelijk online gepest werd. Gelukkig was het meeste gedrag met gesprekken, met de jongeren en de ouders van de jongeren, bij te sturen. Het komt echter wel eens voor dat jongeren echt te ver gaan en daarmee klasgenoten of docenten zo diepgaand treffen dat er onherstelbare schade wordt aangericht. Het is dan niet anders maar studenten worden dan geschorst. Pestende studenten die zo ver gaan, komen meestal ook uit gezinnen waarin extreme uitingen de gewoonste zaak van de wereld is.
Zelf ben ik ook een keer slachtoffer geweest van pestgedrag. Dit betrof een situatie tijdens mijn allereerste baan als docent. Ik mocht als invaldocent meedraaien op een VMBO TL in het Noorden van het land. Er zaten veel turkse jongeren op deze school met een islamitische achtergrond. Enkele jongens accepteerde mijn ‘gezag’ niet. De heren hadden in een app mij uitgemaakt voor heks en hadden een weddenschap lopen rond het wanneer ik huilend het lokaal zou verlaten. Mijn toenmalige opleidingsmanager heeft de heren laten weten dat ze mij moesten accepteren en hij eiste niet alleen een excuus maar hij verwachtte ook van hen dat ze mij een hand zouden geven. Dat laatste vooral was erg moeilijk voor ze. Uiteindelijk is het helemaal goedgekomen. Ze hebben mij een half jaar lang een hand gegeven bij binnenkomst van de les. Bij hun diplomeren hebben ze aangegeven dat ze van mij geleerd hebben dat ze zich moeten aanpassen naar de westerse maatstaven, dat het schudden van een vrouwenhand meer voor hen betekende dan ik mij kon voorstellen en waarschijnlijk hadden ze gelijk.
Los van iemands (etnische) achtergrond is het niet slim om angst of boosheid via de e-mail, WhatsApp, Facebook of andere social media te delen. Dit is niet handig voor het contact met collega's, met studenten of met studenten hun ouders. (Teitler, 2015, p 378)
- Social media zijn een vluchtig medium.
- Het non-verbale component mist in de communicatie.
- Toelichten loopt anders dan in een gesprek.
- De ontvanger van het medium leest ook vluchtig en zal wellicht (te) snel reageren.
Het is belangrijk dat ik de vinger aan de pols houd binnen de klassen die ik begeleid want communicatie van negatieve emoties kunnen via social media kunnen leiden tot misverstanden en zaken kunnen snel escaleren (C2.k.1).
3.3.6) Internet is gaaf
Sociale media ten behoeve van het eigen leren
Veel van onze werkzaamheden worden ondersteund door materiaal op GitHub of GitLab. Keuze voor dit medium is zeer eenvoudig: veel ontwikkelaars maken gebruik van een Git-variant. Onze leerlingen moeten in een vroeg stadium met Git leren werken en Git leren begrijpen.