Didactisch handelen
4.1.1) Ontwerpen van leerpraktijken
Afstemmen van leerdoelen, leerproces en toetsing
Mijn lessen bereid ik voor in MS Word. Ter ondersteuning van mijn lessen maak ik filmpjes die ik publiceer op YouTube en maak ik een ondersteunende keynote. Soms maak ik van de keynote zelf ook weer een filmpje dat op YouTube wordt gepubliceerd. Bij het werken in groepen of bij het werken in duo’s maak ik gebruik van Padlet. Door de jongelui zelf verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces kun werk vleit stimuleren. Lesmateriaal, ondersteunende pdf-jes, hyperlinks naar YouTube worden gepubliceerd op onze ELO. Eventuele (digitale) toetsen zijn ontstaan uit de wens tot het aanboren van specifieke kennis. Het lesmateriaal is ontstaan door de specifieke toetsing.
Persoonlijk ben ik er nog niet uit of digitaal toetsen een goede ontwikkeling is. Ik vind onze MBO-studenten vaak lui en bij het besef dat er digitaal getoetst wordt verwacht men dat de toets ook minder zwaar is. Het is natuurlijk wel handig dat je met een enkele druk op de knop een resultaat van 30 studenten hebt. Je kunt vaak een mooie analyse bij resultaten per onderdeel bekijken. Zo weet je als docent waar studenten moeite mee hebben, waar dus extra aandacht aan besteed moet worden.
4.1.2) Rijke leeromgeving
Inrichten is niet moeilijk
Op andere plekken op deze website wordt ook benoemd: op het Alfa-college wordt gewerkt met verschillende elektronische systemen. Hierondner worden de belangrijkste systemen toegelicht (C4.k.2):
- Leerlingvolgsysteem Eduarte wordt gebruikt om notities m.b.t. specifieke situaties van een student te maken en te bewaren. Stel dat een student een leercontract krijgt dan wordt dat feit en het leercontract zelf met een notitie bewaard in Eduarte. Mijn taak als docent is om dat dossier bij te houden en aan te vullen. Ook aantekeningen rond zorglijnen die lopen worden hier geplaatst. Specifieke documenten passend bij een aandoening waar school van op de hoogte moet zijn, worden hier ook bewaard. Denk aan een dyslexie-verklaring.
Studenten moeten minimaal 1.000 uren stagelopen. De stagecontracten worden door mij als stagecoördinator (docent met een specifieke taak) aangevraagd. Op dit contract staan de n.a.w. van het bedrijf waar een student stage loopt, de specifieke leerdoelen tijdens de stage, het aantal uren dat er stage gelopen gaat worden en de specifieke dagen dat er stage wordt gelopen. Dit alles wordt op het stagecontract verzameld en dus ook in Eduarte bewaard (C4.k.2) (C6.k.2). - Sinds kort werken we ook met de hulp van OnStage. OnStage heeft een directe koppeling met Eduarte. Dit is nodig om niet op twee plekken de stagecontracten, het specifieke leerdoelenformulier en het aantal uren dat er stage wordt gelopen bij te houden. Naast de weergave van wat hiervoor genoemd word kunnen studenten en begeleiders in OnStage het stagehandboek vinden. Beoordelingen en hiaten of juiste aanvullingen tijdens de stage kunnen via OnStage worden gedeeld tussen student, begeleider vanuit het stagebedrijf en de begeleider vanuit school (C6.v.2).
- AlfaConnect is de SharePoint-omgeving van het Alfa-college. AlfaConnect biedt zeer veel tegels naar software die we kunnen gebruiken en is de uitgangspositie van verschillende bronnen die we kunnen lezen. De SharePoint-omgeving biedt licenties voor Office365 van Microsoft. Met de startpagina ben je snel op de hoogte van allerlei nieuws. Met de Office365 apps (te benaderen via de wafel links bovenin) kan ik naar mijn mail, mijn documenten (OneDrive), en naar programma's zoals Word, Excel en PowerPoint.
- Het ICT-team in Groningen gebruikt de ELO Moodle voor het delen van
lesmateriaal met leerlingen
Moodle is een gratis platform (opensourcesoftware). Het is een elektronische leeromgevingen. Het wordt gebruikt door ongeveer 60.000.000 gebruikers in ongeveer 65.000 scholen in 216 landen. Moodle is beschikbaar in verschillende talen, waaronder het Nederlands. Als docent beheer ik verschillende vakken binnen Moodle. Ik kan informatie plaatsen binnen een vak en beslissen welke studenten(groepen) toegang hebben tot mijn vakken. De studenten hebben toegang tot specifieke vakken. Zij kunnen de informatie bekijken en downloaden. eventuele toetsen die klaar staan, kunnen op specifieke momenten worden gemaakt.
4.1.3) Effectieve inzet ICT
Leerprocessen aansturen kan ook met ICT
Hier beschrijf ik dat ik Padlet gebruik om studenten in groepjes interactief aan een project te laten werken. Juist doordat de studenten zien hoe zij er zelf voor staan maakt dat de studenten geprikkeld worden om te produceren. Natuurlijk speelt ook mee dat de studenten ook zien hoe anderen in de klas ervoor staan.
Sinds September 2017 werkt het Alfa-college met een SharePoint-omgeving. De eerste stappen om hier met studenten in groepjes samen te laten werken zijn zeker gezet. Via SharePoint is het eenvoudig om met studenten te communiceren en om materiaal te delen. Je kunt middels machtigingen collega’s rechten geven op specifieke mappen maar ook kun je middels machtigingen studenten rechten geven op specifieke mappen. Het maakt materiaal inleven maar ook het in groepjes samenwerken erg eenvoudig. We kunnen in de toekomst stoppen met Dropbox, Google-drive maar ook met onze Moodle-omgeving.
4.2.1) ICT organiseren
ICT organiseren in de (digitale) leeromgeving
Gewapend met deze handleiding, een universele afstandsbediening, een Apple Mini DisplayPort naar VGA Adapter en de nodige handigheid sluit ik zelf de beamer aan om mijn lessen te ondersteunen. Met de universele afstandsbediening activeer ik na aansluiten niet alleen de beamer maar ook het licht in het lokaal en het geluid dat uit de speakers komt.
Dit ICT portfolio is een voorbeeld van mijn digitale vaardigheden. Door verschillend materiaal te bundelen en op deze website aan te bieden kunt u zien hoe ik mijn digitale vaardigheden systematisch inzet bij mijn werk.
4.2.2) Schoolregels
Onderwijscontext op basis van schoolregels
Je ziet in het onderwijs dat er steeds meer digitaal materiaal is en er meer en meer digitaal mogelijk is. Juist binnen mijn vak verandert er op kennisniveau in rap tempo zeer veel. De Studenten van onze ICT-opleiding hebben te maken met deze snelle veranderingen. Zelf ben ik er een voorstander van om zoveel mogelijk bij te blijven en nieuwe ontwikkelingen uit te proberen. Echter is het niet vanzelfsprekend dat al het nieuwe ook geïmplementeerd kan worden in onze lessituaties.
In de klas merk je ook dat studenten niet meer zonder hun mobieltjes kunnen. De jongelui kunnen niet meer zonder hun telefoontjes. Er wordt van alles met het apparaat gedaan maar voornamelijk is men continu onderling in contact. Gelukkig wordt het apparaat ook gebruikt om aantekeningen te maken, foto’s van presentaties te maken en om e-mails te lezen en te versturen. Ik blijf mobieltjes storend vinden maar ik wen er wel aan. Vaak begin ik mijn lessen met “kleppen dicht” (laptops en monden) en mobieltjes weg. Na de klassikale introductie van de les mogen de mobieltjes weer op tafel worden gelegd. Mobieltjes zijn immers ook nodig om te testen of een te ontwikkelen website responsive is.
Het Alfa-college verwacht dat er niet wordt gegeten en gedronken in de klaslokalen. Dit zijn schoolregels. Het enige wat mag is water drinken in de lokalen. De jongelui eten en drinken wel in de lokalen. Het grootste deel van mijn collega’s staat dat toe, ondanks de schoolregels. Ik probeer mij zo veel mogelijk aan de schoolregels te houden. Studenten vinden mij hierdoor minder ‘aardig’.
Er zijn voor de docenten en studenten richtlijnen opgesteld en gepubliceerd over wat geaccepteerd gedrag is online is en wat niet. Deze richtlijnen kun je hieronder vinden. Natuurlijk houd ik deze richtlijnen in de gaten bij media-uitingen (C7.v.2).
4.2.3) Betekenisvol
ICT efficiënt inzetten voor betekenisvol onderwijs
Heb je dit ICT Portfolio goed bekeken dan zie je verschillende voorbeelden van het betekenisvol en efficiënt inzetten van ICT binnen het onderwijs. Ik gebruik ICT omdat het bij mijn vak hoort, omdat ik wil kunnen differentiëren in mijn lessen en omdat ik studenten zo veel mogelijk wil ondersteunen. Natuurlijk houd ik rekening met de grootte en diversiteit van een groep studenten.
Vooral heel geslaagd is het werken met een Kahoot. Studenten zijn hierdoor en hiervoor altijd enthousiast. Het mooiste vind ik het om de studenten zelf aan de slag te laten gaan om eigen quizzen te maken.
4.3.1) Arrangeren van digitaal leermateriaal
Lesmateriaal ontwikkelen op basis van dat wat er al is
Studenten verwijzen we graag naar de volgende websites om te oefenen: w3schools.com en codecademy.com. In de lessen JavaScript gebruik ik materiaal van de methode A Smarter way to Learn. De lessenreeks die ik voor de 1e jaars heb gemaakt om JavaScript te leren wordt ook door mijn collega’s in Hardenberg gebruikt.
Uit de eerder genoemde websites haal ik de nodige informatie maar ik haal zeker ook mijn lesmateriaal uit boeken. Zo gebruik ik het boek Frontend Programmeren als basis voor mijn lessen Frontend ontwikkeling (WEB). Ook gebruik ik het boek jQuery om voorbeelden en leuke verdiepende opdrachten uit te halen. Aangezien je niet alles zelf kunt bedenken ben ik creatief in het kopiëren van materiaal om het hierna naar mijn eigen behoefte aan te passen zodat er nieuw lesmateriaal ontstaat.
4.3.2) Diversiteit
Lesmateriaal voor verschillen
Hier heb ik laten zien dat ik het leren programmeren voorbereid (in het eerste studiejaar) met het werken met de Robomindacademy. Het mooie van deze online omgeving is dat je de studenten kunt prikkelen om sneller te gaan dan ze zelf denken te kunnen. De jongelui die snel grip op de zaak hebben kunnen verdiepende curssussen volgen.
4.3.3) Beeldschermdidactiek
Onderwijs kan beter rekening houdend met beeldschermdidactiek
Begin 2011 heb ik samen met Victor G.B. Peters en Annelies Verhelst het boek Schrijven voor het web en sociale media gemaakt. Om marketing redenen is mijn naam niet ook op de kaft van het boek gepubliceerd. Het schrijven en redigeren van dit boek heeft mij iets wezenlijks meegegeven wat ik nu nog steeds probeer te verwerken in mijn lessen: lekker en een lach doet verkopen!
Volgens het AIDA-model draait het publiceren voor het web om Attention (aandacht trekken), Interest (interesse wekken), Desire (zorgen dat de je publiek iets wil hebben of wil leren) en Action (het publiek wil kopen, reageren, datgene doen wat de eigenaar van een site beoogt).
Dit AIDA-model probeer ik met mijn lesopbouw, met de filmpjes die ik aan het ontwikkelen ben, steeds in de gaten te houden.
Daarnaast houd ik in de gaten dat de teksten in mijn keynotes niet te lang zijn en goed leesbaar zijn, dat de plaatjes die ik gebruik scherp zijn, helder communiceren en het verhaal ondersteunen en dat de verhouding tekst, filmpjes en plaatjes goed is. Ook let ik erop dat de voorbeelden die gebruik passen in de belevingswereld van mijn studenten. In mijn lessen heb ik het bijvoorbeeld niet over kleuren en achtergronden maar over skinns. Ik spreek studenten die het echt goed doen aan met warlord en iemand die iets doms zegt of doet mag ik in sommige gevallen een noob noemen. Problemen of fouten binnen een gemaakt project zijn glitches. Enz. enz. (C1.k.1)
4.4.1) Kennisoverdracht
Hard- en software inzetten voor instructie
Voor mijn lessen maak ik ieder week zelf digitale leermiddelen zoals filmpjes, keynotes en lesmateriaal in pdf-vorm. Ik zorg dat mijn lesmateriaal actueel is. Ik houd rekening met de leeftijd en het niveau van de studenten en maak materiaal geschikt voor specifieke groepen studenten. Sommige leerlingen krijgen individuele opdrachten. Soms gaat dit om verdiepend materiaal, soms gaat dit om lesmateriaal dat de te leren inhoud op een iets andere manier aanvliegt zodat een student met een andere leermethode dan standaard toch ook uit de voeten kan. Het spreekt voor zich dat ik alleen dit werk kan verrichten doordat ik digitaal vaardig ben. Ik kan zelf met een digitale (video)camera opnamen maken, video- en fotomateriaal uploaden naar een computer en dan het digitale beeldmateriaal bewerken met software zoals ScreenFlow.
Op dit moment werk ik samen met een collega aan een digitale toets. Het feit dat je digitaal kunt toetsen en dat ik deze digitale toetsen zelf en samen met een ander kan maken vind ik een echt hele mooie ontwikkeling. Met behulp van Socrative.com (bijvoorbeeld) kun je een toets creëren die je met collega’s kunt delen. Middels zo’n digitaal toets systeem kun je een mooie analyse maken op basis van resultaten gehaald per onderdeel. Zo weet je als docent welke stof studenten goed begrepen hebben, welke stof niet goed genoeg is overgebracht en welke stof door specifieke leerlingen niet is begrepen. Echt heel erg handig!
4.4.2) Gestructureerd oefenen
Oefenen, oefenen en nog eens oefenen
Eerder is het al eens genoemd: via A Smater Way to learn oefenen studenten om JavaScript-code zeer precies te typen. De herhaling maakt dat jongelui specifieke code verankeren in hun geheugen. Ook is de Robomind Academy> al een paar keer eerder genoemd. En ook is het digitaal toetsen met Socrative.com genoemd. Verder is er nog niet veel oefenmateriaal binnen mijn lesstof gedigitaliseerd. We denken er serieus over na om een eigen online oefenomging te ontwikkelen maar deze omgeving is er nog niet.
4.5.1) Kennisconstructie
Andere manieren van kennisconstructie
Dit item hoeft niet echt een toelichting toch? Dit hele portfolio ademt uit dat ik met behulp van ICT mijn studenten klaarstoom als applicatieontwikkelaar. Dit doe ik niet alleen maar samen met mijn collega’s. Het hoeft volgens mij geen nadere toelichting dat wij de studenten leren met ICT om te gaan, dat ze in het derde leerjaar ICT vaardig zijn en dat we deze kennis opbouwen met behulp van ICT. Ons vak draait immers om ICT.
4.5.2) Leren leren
Leerlingen willen leren leren
Nu we een studentensite hebben binnen SharePoint hebben we in feite DropBox en Moodle niet meer nodig om studenten materiaal in te laten leveren. Het inleveren van producten kan nu via deze studentensite op SharePoint. Natuurlijk hebben we het dan over specifieke producten want we leren onze studenten aan het einde van jaar één om programmeerwerk via GitHub met ons te delen en zo programmeerwerk via GitHub in te leveren.
Het gebruik van de studentensite op SharePoint vind ik een superhandig. Studenten weten studiemateriaal te vinden in ik als docent heb altijd de nieuwste producten. De time-stamp geeft nooit meer enige discussie over het tijdstip van inleveren. Het is ook overzichtelijk, leerlingen zetten hun eigen bestanden in het eigen mapje en ik kan controleren wie wat wanneer heeft gemaakt.
Op bovenstaande schermfoto kun je zien dat ik voor het vak Projecten mappen heb aangemaakt voor de duo’s die samenwerken aan een project. De twee studenten Pieter en Kenneth maken bestanden aan binnen hun projectmap. Ik en mijn collega kunnen hierbij en het werk controleren en beoordelen. De beoordeling vindt plaats in een Excel-bestand dat gedeeld is via de SharePoint-omgeving. Studenten kunnen hierdoor hun voorderingen van inleveren volgen en de beoordeling op het werk volgen.
4.5.3) Contact middels ICT
ICT is een middel voor onderling contact
Contact met Studenten en stagebedrijven binnen onze opleiding verloopt nu vaak via de telefoon en via e-mail. Met studenten heb ik vooral contact via WhatsApp. Dit is direct en prettig. Persoonlijk vind ik het nadeel van WhatsApp dat studenten ervan uit gaan dat je (net als zijzelf) permanent je app-jes scant en dus snel antwoord. Als je niet binnen een paar minuten reageert dan krijg je soms geïrriteerde reacties.
Met mijn collega’s heb ik op veel meer manieren contact. We werken gezamenlijk in en aan bestanden. Vaak gebeurt dit online via een Google-drive bestand. De chat-functie van Google-drive waardeer ik zeer. Verder heb ik met collega’s ook contact middels een WhatsApp-groep of via privé-berichten binnen WhatsApp. De WhatsApp-groep wordt gebruikt om algemene schoolzaken te delen. Verder bellen we elkaar ook voor overleg.
4.6.1) Toetsing en evaluatie
Beoordelen van leerprestaties en evalueren van onderwijs
Voor de start van het schooljaar hebben mijn collega’s en ik de eindtermen vastgelegd voor het vak Frontend ontwikkeling. Met behulp van het studieboek leren studenten verschillende terminologie passend bij het coderen met HTML5 en CSS3. Afgelopen maand hebben we een digitale toets gemaakt die slechts een half uur duurde. De hertoets toets hebben we ontwikkeld met Socrative.
Een summatieve toets is een toets die helpt om beslissingen te nemen over zakken of slagen. Een summatieve toets is vaak aan een norm gebonden. Bij ons is een summatieve toets een voortgangstoetsing door het maken van een programmeeropdracht. Met betrekking tot onze programmeervakken zijn de (digitale) theorietoetsen geen summatieve toetsen. Een leerling kan een goed programmeur zijn en toch geen voldoende halen voor de digitale toets. Bij een digitale toets test je in onze situatie geen praktische vaardigheden maar cognitieve vaardigheden.
Een formatieve toets gebruiken wij als leer- of instructiemiddel. Door de afname van de formatieve (digitale)toets krijg ik als docent helder zicht op dat wat de studenten hebben begrepen en dat wat echt niet is begrepen. Wanneer alle studenten dezelfde fout maken dan heb ik als docent iets niet goed aangeleerd. Wanneer een enkele studenten iets fout beantwoord dan heeft die student mij niet begrepen of is de leermethode die ik aanreik niet juist voor deze student. Wanneer alle studenten het goede antwoord geven op een vraag dan hebben zij iets goed begrepen en ik dus iets goed uitgelgd of aangereikt. We zitten op één lijn. Door goed te kijken naar de uitslagen van de (digitale) toets kan ik de instructie van de nieuwe leerstof beter op de leerlingen afstemmen.
4.6.2) Transparant toetsen
Digitaal toetsen kan ondersteunen
Hieronder ziet u een voorbeeld van een digitale toets gemaakt met Socrative. Dit betreft een toets waar ik een PDF van heb gemaakt. In deze toets hebben we besloten om de open vragen te verwidjeren. Deze gaven de nodige discussie tussen de docenten en de leerlingen. In onderstaande toets komen de volgende soort vragen voor:
- ja / nee vragen
- meerkeuzevragen
Open vragen gaven ruimte voor discussie. De gesloten Ja/Nee vragen en meerkeuzevragen gaven deze ruimte niet. Iets is goed of iets is fout. Dit werkt beter en maakt dat er niets tussenin mogelijk is. Door zeer veel vragen te maken die in een korte tijd beantwoord moeten worden (40 vragen in 30 minuten), toets je toch of studenten geleerd hebben of niet. De toets-instelling dat er niet tussen vragen gebladerd kan worden maakt dat studenten echt goed na moeten denken voordat ze op de knop Volgende klikken.
4.6.3) Organiseren
Een toets moet goed georganiseerd
Digitale toetsen kan ik op ieder willekeurig moment van de dag klaarzetten en afnemen. Het maakt mij niet uit of er getoetst wordt in Wintoets (in het verleden op het VO), in Socrative of in Moodle; ik red mij er wel mee. Met een beetje oefenen download ik de resultaten en kan ik een analyse maken van de door mij afgenomen toets.