Attitude
1.1.1) Leren en innoveren
De lerende en innoverende professional
In dit ICT-portfolio laat ik u zien dat ik nadenk over de nuttige inzet van ICT en technologie in mijn lessen. Je leest op verschillende plekken dat ik als professional niet stil sta, ik ben altijd in ontwikkeling, analyseer mijn vaardigheden, schaaf bij waar nodig is en verbeter of verdiep mijn competenties (C7.v.1). Ik experimenteer en leer van mijn experimenten. Door verder te ontwikkelen groei ik en gaat het mij lukken om ICT goed te integreren in voor leerlingen en mijzelf betekenisvol onderwijs.
De volgende kanalen gebruik ik geregeld om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen over ICT binnen het onderwijs:
De wereld van applicatieontwikkelaars verandert zeer snel. Stilstaan is kiezen voor achteruitgang. Als docent AO kun je daarom niet stoppen met je te ontwikkelen. De volgende kanalen gebruik ik zeer geregeld om mijn vaardigheden bij te vijzelen en te onderhouden:
De volgende kanalen gebruik ik zeer geregeld om op de hoogte te blijven van de voor mij broodnodige ICT-kennis:
Een van mijn eerste boeken die ik las over onderwijs was het boek Taalgericht vakonderwijs (Hajer & Meestringa, 2013). Dit boek heeft mij de nodige vaardigheden geleerd waar ik nu nog gebruik van maak.
Het is belangrijk dat studenten termen die behoren bij hun vakgebied verankeren in hun brein. Een les van mij die gaat over terminologie wordt op verschillende manieren aangeboden. In mijn diapresentatie geef ik kernbegrippen. Meestal zijn de kernbegrippen de termen die geleerd moeten worden. Studenten hebben deze terminologie echt nodig voor het leren programmeren. Ik geef instructie met behulp van de diapresentatie. Tijdens en na de instructie stel ik studenten vragen die gaat over de behandelde stof. Belangrijk is dat studenten tijdens het antwoorden de juiste terminologie gaan gebruiken. Mocht in het antwoord niet de juiste terminologie verwerkt zijn dan stuur ik met de juiste vragen er op aan dat uiteindelijk de terminologie hardop wordt gezegd.
De presentatie neem ik op en publiceer ik op YouToube. Studenten die ziek zijn of een iets andere leerstijl hebben kunnen deze video terugkijken. Ik deel via Moodle een lijst met dat wat geleerd moet worden en spreek een moment af voor een toets. Ook vinden de studenten op Moodle een PDF-je waarin de belangrijkste terminologie van de lessenreeks te vinden is.
Bij alles wat ik doceer, wat ik maak, wat ik schrijf of wat ik opneem aan video’s denk ik aan de belevingswereld van mijn studenten. Dit is wezenlijk, anders komt mijn verhaal niet aan bij de studenten. Ik probeer mijn taalgebruik aan te passen aan het taalgebruik van mijn studenten (C3.v.3) en bouw bij iedere nieuwe les voort op eerder gebruikte terminologie (C7.v.1).
Met een toets (bijvoorbeeld via Kahoot) laat ik mijn studenten terminologie op verschillende momenten stof herhalen. Na uitleg volgt er enkele vragen. Ik kies studenten willekeurig in de klas uit om de vraag te beantwoorden. Na een een week herhaal ik de middels een digitale toets. Na weer een of twee weken verzamel ik stof in een tweede, grotere toets. Met voorkeur toets ik deze laatste toets op papier af. Ik zorg ervoor dat de vragen rond de kennis die bevraagd wordt steeds net iets anders is. Het is namelijk belangrijk dat terminologie geregeld herhaald wordt, op verschillende manieren en in wisselde context zodat de studenten gaan begrijpen dat de geleerde terminologie universeel is, onafhankelijk van een programmeertaal. (C5.v.2).
Middels verschillende opdrachten werk ik samen met de docenten generieke vakken. De portfolio-website is een van de eerste opdrachten van de studenten waar ze hun kennis en vaardigheden op publiceren. Deze website wordt gebruikt bij het sollicitatieproces tijdens het zoeken van een stageplaats. Voor Nederlands en voor Engels moet veel content geschreven worden. De studenten mogen hun websites en hun vertaling naar het Engels inleveren als bewijsmateriaal voor hun taalvaardigheid. Voor beide vakken moet een CV gemaakt worden die natuurlijk gepubliceerd staat op de website.(C5.v.2).
1.1.2) Bewust ICT
Beargumenteerde inzet van ICT
Een docent in opleiding leert leren, leert innoveren, leert flexibel en adaptief te zijn, leert reflecterend en onderzoekend te zijn en leert om met collega’s en studenten samen te werken. Een goed docent hoeft echt niet ICT-vaardig te zijn. Echter ben je ICT-vaardig dan kun je je didactische vaardigheden verruimen met digitale tools en technieken. Voor alle duidelijkheid: ICT gebruiken in je lessen mag nooit een doel op zich zijn. ICT gebruiken biedt je wel een scala aan mogelijkheden om je lessen dynamischer te maken. Met ICT wordt je geen betere docent. Leerlingen met een vage gedigitaliseerde opdracht aan het werk zetten is geen verbetering van het onderwijs. Echter een goed doordachte digitale opdracht kan het leerrendement zeker wel verhogen.
Online leren in de MBO-praktijk
Hieronder een voorbeeld van een door mijzelf ontworpen les waarin ik laat zien dat ik ICT inzet in mijn lessen. Mijn leerlingen krijgen de les met behulp van mijn presentatieprogramma Keynote. Na de les vinden ze de presentatie als YouTube-filmpje op mijn YouTube-kanaal en ze vinden de presentatie als pdf-je op onze leeromgeving (Moodle).
Mijn praktijk
Het uitdenken van het lesmateriaal, het maken van de opdrachten, de presentaties ter ondersteuning en het maken van de korte instructiefilmpjes voor extra toelichting is een tijdrovende klus. De intentie was om dit schooljaar een volledig nieuw programma neer te zetten. Echter zal dit gezien de werkdruk niet volledig gaan lukken. Het lesmateriaal, de opdrachten en de presentaties worden zeker wel gemaakt. De korte instructiefilmpjes zal ik echter niet altijd maken. Wat ik nu niet maak, maak ik volgend jaar!
De klassen geven mij als feedback dat ze de lessen erg leuk, afwisselend en leerzaam vinden. We hebben een paar studenten die het 1e jaar over mochten doen en deze studenten geven aan dat het leren programmeren meer handen en voeten krijgt door de lessen met de micro:bit.
In de lessen verwijs ik naar YouTube-filmpjes die ik heb gemaakt speciaal voor de lessen Leren programmeren.
Als tip krijg ik mee dat er veel verschillende opdrachten worden gemaakt en deze opdrachten moeten ook allemaal nagekeken worden. Dit nakijken is met 5 klassen van 30 studenten een tijdrovende taak. Ik loop dan ook achter met het nakijken van de opdrachten. De volgende periode moet dit anders. Er moet nagedacht worden over een werkvorm die de leerlingen prikkelt om te veel te doen maar die er ook voor zorgt dat ik zelf minder hoef na te kijken.
1.2.1) Flexibele en adaptief
De docent is een flexibele en adaptieve professional
Zoals u hier hebt kunnen lezen maak ik gebruik van de ELO van de afdeling ICT Groningen. Deze Moodle-omgeving richt ik voor mijn lessen zelf in, ik beheer de studenten(toegang), plaats het studiemateriaal, maak korte animaties die ik op YouTube plaats, verwerk deze animaties in de presentates die mijn lessen ondersteunen en plaats deze presentaties dan ook weer op Moodle. Oftewel, onderwijs wordt zowel online als klassikaal aangeboden. Is een student niet aanwezig in de les dan kan de student toch de lesstof vinden en middels zelfstudie de stof eigen maken.
1.2.2) Sociaal en crosscultureel
Sociale- en cross culturele vaardigheden
Onze studenten leveren opdrachten in via Moodle. Deze opdrachten maak ik zelf in Moodle aan. Via Moodle heb ik een overzicht van ingeleverde opdrachten, ontbrekende opdrachten maar ook van het tijdstip waarop materiaal wordt ingeleverd. Dit is overzichtelijk en bruikbaar voor het leren halen van deadlines door de studenten.
Padlet gebruik ik geregeld om studenten in groepjes interactief aan een project te laten werken. Eerst worden er duo’s gevormd die zich zelfstandig registreren op de Padlet. Hierna wordt er een onderwerp gezocht en dit onderwerp wordt ook op Padlet genoteerd. Zodra ieder duo een onderwerp heeft gekozen gaat de Padlet ‘op slot’. Geduurende 4 weken werken de duo’s aan het project. Alles wat ingeleverd is wordt beoordleed en de beoodeling is zichtbaar via de Padlet. De duo’s kunnen precies volgen hoe zij er voor staan maar ook hoe collega-studenten er voor staan.
Veel studenten hebben mijn mobiele telefoonnummer zodat ze mij op een eenvoudige manier kunnen bereiken (whats-app). Mijn mentor-klas heeft een eigen groeps-app. Hier worden belangrijke zaken besproken. Studenten maken vaak ook een foto van aantekeningen van het schoolbord en deze foto wordt dan via de groeps-app gedeeld.
Vanaf het begin van de opleiding wordt studenten “aangeleerd” om hun schoolmail te lezen.
Met het hele Alfa-college hebben we sinds kort een SharePoint-omgeving waar we contact met elkaar kunnen houden maar ook materiaal kunnen verzamelen en delen. In het verleden deelden we materiaal via Dropbox. Het ICT-team waar ik bij hoor heeft ook een Whats-app-groep waar belangrijke zaken worden gedeeld maar waar ook leuke en soms minder leuke momenten worden gedeeld.
1.3.1) Reflecterend en onderzoekend
De reflecterende en onderzoekende professional
Effectief ICT toepassen lukt niet zo maar. Mijn ervaring heeft mij geleerd dat je van alles kunt bedenken maar alleen wanneer de ICT-toepassingen die je wilt gebruiken zinvol zijn, lukt het ook om de toepassingen effectief in te zetten. Het methodisch oefenen en verfijnen helpt mij steeds vaardiger te worden in het bedenken en integreren van verschillende tools.
Aangezien ik vind dat ik veel kan leren van de studenten die ik doceer, vraag ik de studenten zeer geregeld naar hun bevindingen tijdens mijn lessen. Vinden ze de lessen leuk? Levert de lesstof ook werkelijk de ‘opbrengst’ die we verwachten. Leren de studenten wat ze moeten leren? Door evaluatiemiddelen als Mentimeter of door ‘gewoon’ een vragen te stellen kom ik veel te weten over de gedachten van studenten.
Dit ICT en didactiek portfolio, ontwikkeld met de statische site generator Hugo. Hugo is een mooi voorbeeld van mijn systematische werkwijze en eigen leervermogen. Hugo beheers je niet zonder te oefenen en te leren. Hugo heeft een hoge leercurve. Je moet begrijpen wat Yaml en Toml is en na dit begrijpen moet je deze hyperlanguages op een juiste wijze kunnen toepassen binnen Hugo (C7.v.1).
1.3.2) Collegiaal samenwerken
Samenwerking met collega’s
Mijn collega’s ICT delen materiaal via een gezamelijke map op AlfaConnect, de SharePoint-omgeving van het ALfa-college. We delen lesmateriaal en geven elkaar ook feedback op dit lesmateriaal. Ook wanneer er samengewerkt wordt tussen verschillende afdelingen (wij noemen dit cross-platform projecten) maken we gebruiken van een gezamelijke AlfaConnect-map waarin materiaal verzameld wordt en waarin aan gezamenlijk materiaal wordt gewerkt.
Binnen mijn taak als BPV-coördinator werk ik nauw samen met een directe collega. De volledige administratie van onze studenten op stage wordt bijgehouden in mappen op ALfaConnect. De voorderingen van de administratie wordt zichtbaar gemaakt in een Google-spreadsheet. Mijn collega en ik werken samen in deze spreadsheet. Soms tegelijk! Wat erg handig is, is dat we middels de chatfunctie kunnen overleggen. Op kantoor werken is niet altijd noodzakelijk door deze tools. (C6.v.2)
Het AO-team heeft wekelijks overleg. Aangezien één van onze collega’s op de vergadermiddag vrij heeft, zetten we FaceTime aan en hebben we via FaceTime het overleg.
1.4.1) Professioneel samenwerken
De docent is een samenwerkende professional
We hebben wekelijks een vakgroepoverleg tussen de docenten Applicatie Ontwikkeling van het Alfa-college in Groningen. We delen materiaal via Dropbox en via SharePoint. Materiaal dat ik heb gemaakt en gepubliceerd op YouTube wordt ook gebruikt door mijn collega’s. We hebben af en toe een collegiaal overleg met collega’s in Hardenberg en Hoogeveen. Met deze collega’s delen we ook ons lesmateriaal.
Met de verschillende techniekafdelingen in Groningen, Hoogeveen en Hardenberg werk ik samen om meer meiden de techniek in te krijgen. We bedenken kleine en grote projecten om dit voor elkaar te krijgen. Materiaal dat we hiervoor maken delen we via SharePoint.
Het onderwerp meiden en ICT bespreek ik geregeld met Victor Peters van Stenden Hogescholen. We ontwikkelen samen workshops voor het voortgezet onderwijs en een andere manier van werven van studenten. Tijdens de conferentie Kultuer & Mienskip Dé Conferentie voor Onderwijsvernieuwing en ICT 2018 presenteren wij onze bevindingen aan leidinggevenden binnen het MBO.
Als projectleider van het projectbureau Xternit kom ik met veel afdelingen van de Bouma-locatie in aanraking. Vaak lopen afdelingen met ICT-vraagstukken rond. Het is mijn taak om de AO-gerelateerde vraagstukken te vertalen naar een concrete opdracht en deze opdracht bij onze studenten neer te leggen. Studenten en docenten werken samen aan een project binnen de SharePoint-omgeving.
Aangezien ik de afgelopen twintig jaren zeer veel boeken heb geproduceerd weet ik ook dat het belangrijk is om gezien, gehoord of gelezen te worden. Ik ben nog voorzichtig met het naar buiten treden in mijn functie als MBO-docent Applicatie Ontwikkeling maar dit gaat de komende maanden zeker veranderen. LinkedIn heeft hier mooie mogelijkheden voor. Ik ben lid van verschillende groepen op LinkedIn (C7.v.1).
1.4.2) Ondersteunen
De docent ondersteunt en motiveert
Door mijn achtergrond kan ik snel studiemateriaal maken. Met mijn enthousiasme voor het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal heb ik al verschillende collega’s geïnspireerd om ook te gaan experimenteren met het maken van screencasts. Mijn collega’s gebruiken mijn lesmateriaal en beginnen ook voorzichtig meer te digitaliseren in de lessen.
Het studiemateriaal ontwikkeld met de micro:bit rond het thema Leren Programmeren vinden leerlingen en mijn collega’s erg goed in elkaar zitten en interactief. Binnenkort ga ik daarom met dit studiemateriaal een workshop organiseren speciaal voor collega’s die niets met ICT hebben (maart 2018 en mei 2018). Een andere workshop wordt nu ontwikkeld voor promotionele activiteiten op VMBO’s.